Nieuwe dimensie
Op de Kunstacademie in Tielt werd Pyotr Morf gegrepen door het pottendraaien: “Ik had daar een gepassioneerde docent die ons leerde hoe je keramiek een nieuwe dimensie kunt geven, hoe je gevoel kunt geven aan een blok klei en er een kunstwerk van kunt maken. Hij was een enorme bron van inspiratie voor mij.” Na zijn opleiding werkte Pyotr twintig jaar lang, naast zijn reguliere baan als docent Plastische Vormgeving op een school voor buitengewoon onderwijs, als kunstenaar en gebruikte hij keramiek om uitdrukking te geven aan zijn emoties. Grote, hoge potten waar aan de onderkant rook uitkomt bijvoorbeeld, levensgrote dansende lichamen van gietporselein of, voor zijn overleden dochtertje, een complete kapel van klei die werd gebakken door het hele bouwwerk in brand te steken. “Het was een immens vuur”, herinnert hij zich. “De kapel staat nog steeds in de tuin, al is er in de loop der tijd wel hier en daar wat klei afgebrokkeld. Klei die op deze manier is gebakken, wordt nooit zo sterk als klei die hard wordt in een oven van bijna duizend graden.”
Een vaas van tachtig kilo klei
Zelf maakte Pyotr in het verleden vazen van meer dan een meter hoog en met een gewicht van zeventig of tachtig kilo. “Die kun je niet in één keer draaien, dat doe je in stukjes. Je moet je voorstellen dat je voor een klein object honderd tot tweehonderd gram klei gebruikt. Twintig kilo is echt wel het maximale dat je met je handen op een draaischijf kunt modelleren. Om zo’n object te maken, ben je vaak meer dan vijf dagen aan het draaien.” Zijn gespierde armen bewijzen dat het werken met zachte klei in grote hoeveelheden echt wel een krachtsinspanning is. “Terwijl je voor pottendraaien echt niet sterk hoeft te zijn”, lacht Pyotr. “Je hoeft de klei niet te kneden, je moet hem alleen zachtjes begeleiden naar de juiste vorm. Sinds ik mijn eigen school ben begonnen, ben ik het kleine meer gaan waarderen. Juist bij keramiek, zit de schoonheid in het detail.”
Glazuren
Pyotr vervolgt: “Zelfs dan is het aardewerk nog niet klaar gebruik. Je kunt er nog geen vloeistoffen in doen omdat de gebakken klei nog poreus is en alle vloeistof absorbeert. Dat kan pas als het aardewerk geglazuurd is. Glazuur is een mengsel van poeder en water dat je op verschillende manieren kunt aanbrengen: door het erop te spuiten of te schilderen of door het aardewerk in het glazuur te dopen. Daarna wordt het object opnieuw gebakken tot een temperatuur van 1250 graden. Let wel op: de onderkant mag nooit worden geglazuurd omdat die tijdens het bakken zou vastplakken in de oven. Met glazuren kun je de mooiste effecten bereiken, maar het eindresultaat zie je altijd pas wanneer je creatie uit de oven komt. Dat is van heel veel factoren afhankelijk: de gebruikte klei, de oven, de temperatuur of de samenstelling van het glazuur. Als je zwarte klei gebruikt en een roomwitte glazuur, zal het eindresultaat een grijzige ondertoon krijgen. Door as aan het glazuur toe te voegen, kun je ook prachtige effecten bereiken. Er wordt veel geëxperimenteerd met verschillende soorten as, bijvoorbeeld van grassen en zelfs oude stronken van wijnranken. In het verleden werd er ook wel lood aan het glazuur toegevoegd om een mooi kleurverloop te krijgen, maar dat mag tegenwoordig niet meer.”
Draaien
Want daar draait het om bij het pottenbakken: de oven waarin eerst de klei en daarna het glazuur wordt gebakken. “Eigenlijk is het draaien zelf maar een klein onderdeel van het proces”, legt Pyotr uit. “Natuurlijk is het wel een wezenlijk deel, want daarmee bepaal je de vorm van het object. Daarvoor leg je eerst een stuk klei op de draaischijf en maak je er een mooie ronde vorm van. Vervolgens maak je daar een gat in en daarna kun je de wanden optrekken. Je gebruikt beide handen en al je vingers om de vorm te bepalen en er alles van maken wat je wilt: een kommetje, een vaas, een schaal, een pot... Ondertussen zorg je er met je voet voor dat de schijf blijft draaien. Ik hoor van veel cursisten dat ze pottendraaien als heel rustgevend ervaren. Je bent zo intensief met de klei bezig dat je al het andere vergeet. Het werkt enorm goed tegen stress. En dan maak je ook nog iets heel moois van zo’n blok klei. Het lijkt heel moeilijk, maar ik ben vaak verbaasd wat mensen al tijdens de eerste les maken.”
Vuur
Om het pottendraaien te leren, zul je wel lessen moeten volgen. Dat kan bij Pyotr. “Na twintig jaar les te hebben gegeven op school, vond ik het vier jaar geleden tijd om mijn eigen school te beginnen. Ik bied cursussen van zes weken aan, maar ook workshops van een dag of een weekend en groepslessen. Voor het bakken van de klei en het glazuur heb ik speciale inloopavonden waarop iedereen terecht kan om zijn of haar werk in een van de ovens te zetten. Tijdens de workshops zijn we echt niet heel de tijd aan het draaien. Er wordt altijd wel een vuurtje gestookt om bij de warme vlammen een drankje te drinken, te barbecueën of een zelfgemaakte pizza te bakken. Want vuur is altijd feest!”
Experimenteren
Wie, net als Pyotr, gevorderd is in het pottendraaien, kan gaan experimenteren met materialen en bak- en glazuurmethodes. “Omdat mijn kunstvoorwerpen niet bedoeld waren voor dagelijks gebruik, heb ik lange tijd niet veel met glazuur gewerkt. Liever gebruikte ik klei waaraan veel chamotte werd toegevoegd. Dat zijn steentjes die ervoor zorgen dat de klei tijdens het bakken minder krimpt en die, naarmate je er meer van toevoegt, de klei een grovere structuur geven. Voor een stevige chamotteklei moet je geen tere handjes hebben, want het kan echt wel pijn doen tijdens het draaien. Maar het effect is fantastisch. Je krijgt keramiek met een heel robuuste en tegelijkertijd tere uitstraling. Je kunt het glazuur ook bakken in een Raku-oven waardoor een prachtig craquelé-effect ontstaat, zeker als je het daarna nog een in rookton zet waardoor de scheurtjes in het glazuur door de rook zwart kleuren. Ik heb ook wel eens bessen in zo’n craquelé-schaaltje gedaan. Door het sap van de bessen kleurden de haarscheurtjes mooi rood. Voor een mat effect kun je gekleurde kleipasta – een engobe – als glazuur gebruiken en die eventueel mengen met ijzeroxides waardoor het lijkt alsof er een dun glacélaagje met spikkels of zandstructuren op het keramiek ligt. En dan kun je nog bakken in een pit firing, een ondergronds vuur dat wordt gestookt met hout waarmee je prachtige kleurschakeringen kunt maken door het warmteverschil in de put. Ik heb zelfs wel eens geglazuurd met melk en room. Dat lijkt onmogelijk, maar het kan echt. Het is alleen jammer dat de glazuurlaag maar een week of twee houdt, daarna moet je het opnieuw doen. Niet geschikt voor dagelijks gebruik, maar het bewijst wel dat de mogelijkheden oneindig zijn. Ook na vijfentwintig jaar, ontdek ik nog steeds nieuwe technieken en combinaties.”
Meer informatie
Atelier Pyotr Morf
Oude Paanderstraat 39, Meulenbeke
Tel: +32 479 09 02 39